Computers zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de maatschappij. Enorm veel dingen die je dagelijks doet worden computers voor gebruikt. Mensen gebruiken voor hun werk een computer, bij het boodschappen doen zorgt een computer ervoor dat de producten aangeslagen worden en een andere computer zorgt er weer voor dat de betaling bij de supermarkt aankomt. Op deze pagina lees je hoe het zover heeft kunnen komen dat de wereld bijna niet meer kan bestaan zonder computer
Vanouds hebben mensen geprobeerd om hulpmiddelen te ontwikkelen voor bij het rekenen. Eenvoudige sommen konden uit het hoofd gedaan worden of werden genoteerd om zo tot een berekening te komen. Voor lastigere berekeningen werd de kerfstok, het telraam en de rekenliniaal uitgevonden en gebruikt. Om dit eenvoudiger te maken en nog complexere berekeningen te maken gingen verschillende uitvinders aan de slag met het maken van “rekenmachines”. Deze machines waren in het begin nog mechanisch en werkten met ponskaarten.
In de tweede wereldoorlog namen de computer ontwikkelingen snel toe. In het leger werden computers gebruikt vooral gebruikt voor militair onderzoek. De Colossus, ontwikkeld door Tommy Flowers, werd in het Verenigend Koninkrijk gebruikt om berichten te kraken die vercijferd waren met de Duitse Lorenz codeermachine. De Colossus was de eerste elektronische computer en maakte gebruik van elektronenbuizen.
In de Verenigde Staten werd de Electronic Numerical Integrator And Calculator, of kort ENIAC, ontwikkeld. Deze elektronische computer bestond uit 18.000 buizen, 70.000 weerstanden, 10.000 condensatoren en 6000 verschillende schakelaars. De computer nam enkele klaslokalen in beslag en gebruikte evenveel energie als een zware locomotief.
In 1952 werd in Nederland de ARPA 1 geïntroduceerd. Deze computer werd ontwikkeld op de universiteit van Amsterdam en werd gebruikt in het Mathematisch Centrum. Deze computer was nog steeds erg groot en het duurde nog even voordat computers bij bedrijven en mensen thuis werd gebruikt. Door ontwikkelingen van halfgeleiders, transistoren en geintregreerde schakelingen konden computers kleiner gebouwd worden en gingen de kosten van een computer omlaag.
Nu het goedkoper was om computers te maken en deze op kleinere schaal gebouwd konden worden kwamen verschillende bedrijven met computers voor thuisgebruik. Stpehen Wozniak en Steve Jobs kwamen in 1977 met de Apple II, waarna 4 jaar later de Apple Mac uitkwam. IBM kwam in 1981 met de 5150 IBM Personal computer.
Tegenwoordig is een computer niet meer weg te denken uit het leven. Computers zijn er in allerlei maten en vormen. De “vaste” computer, met een beeldscherm, toetsenbord, muis en computerkast kent vele varianten. All-in-one pc’s, laptops, notebooks en tablets nemen tegenwoordig een deel van de markt in, in plaats van de desktop pc.